ik ben het meisje dat te veel meeneemt
paardenbloemen tussen rails
lenteregen dinsdagnacht
een ritueel van thee inschenken
achter luxaflex
alle indrukken
zeldzaam
omdat niemand wakker blijft
voor regenramenrails
ontploffing
schrijver
ik ben het meisje dat te veel meeneemt
paardenbloemen tussen rails
lenteregen dinsdagnacht
een ritueel van thee inschenken
achter luxaflex
alle indrukken
zeldzaam
omdat niemand wakker blijft
voor regenramenrails
ontploffing
ik schrijf een haiku voor de kat
ik kijk nog even
op een andere manier
ondersteboven
terwijl er kinderen zijn in Afrika
voor wie nog nooit iemand een gedicht heeft geschreven
het wordt eens tijd
maar eerst de kat nog voeren
A is voor addendum
B is voor referendum
C is voor consulent
D is voor dagbladrecensent
E is voor Eerste Kamerfractie
F is voor flessenactie
G is voor gaswinreductie
H is voor hoofddraagconstructie
I is voor ICT-infrastructuur
J is voor jodiumtinctuur
K is voor kaasschaafmethode
L is voor lactatieperiode
M is voor multidimensionaal
N is voor neoliberaal
O is voor Onderwijsbond
P is voor productieplafond
Q is voor quarantainepolitiek
R is voor röntgendiagnostiek
S is voor stedelijke dialecten
T is voor ter beurze genoteerde effecten
U is voor uithuisplaatsingswetten door de tijd
V is voor verbeteren van de interoperabiliteit
W is voor waarnemingsbevoegde kandidaat-notaris
X is voor x-aantal voorwerpen in de inventaris
Y is voor yenkoers ten opzichte van de dollar
Z is voor zzzzzzz
Toen de personages goed hadden rondgekeken en nergens een schrijver hadden gevonden (niet onder de wereld, niet op de wereld, niet ergens rond de wereld) besloten ze dat er geen schrijver kon bestaan.
als niemand mij leert timmeren
dan bouw ik wel verhalen
en maak ik
trapjes
van poëzie
1. afstand
bergen vragen niet te beklimmen
wegen niet te bewandelen
Aarde niet te bewonen
bos de bomen niet te zien
want de definitie van verlangen is afstand
2. verlangen
bij mijn oma hing een poster van een heuvel in Schotland
je kon zien dat het er koud was en lang geleden
het gras was gehard de stenen vaal
de lucht zo leeg dat je omhoog zou vallen
er gebeurde niets
en ook de volgende keer dat ik naar de poster keek
gebeurde er niets
er gebeurde niets
het niets gebeurde daar
3. nabijheid
dit is niet de heuvel uit mijn dromen
dit ruikt naar wind
de stenen liggen anders
de grassprieten zijn verre nazaten
het is zo kleurig allemaal
en mijn vriend vraagt wat ik wil met een heuvel
en of we weer gaan
het is geen teleurstelling
het is gewoon een andere heuvel
mijn heuvel ligt in een kast
opgerold
elastiek erom
het licht zeven frames per seconde
regenkevers op de weg
en IK word wereld
eeuwig
vrij
bevrijd van mezelf
begint de dans
kakadadafonie van beweging
de bus: nog twee minuten
ze wil dat we haar in een boom begraven
takken haar kraken
kaken vermalen
knekels breken
beestjes haar eten
als ik vraag hoe dan
ik bedoel praktisch gezien
zegt ze dat het wel losloopt
want ze heeft ervan gedroomd
Elektriciteit kun je niet zien, maar je kunt het wel op een andere manier ervaren.
Benodigdheden:
– stopcontact
– takje
– roerstaafje
– schroevendraaier
Zorg eerst dat je ouders uit de kamer zijn. Die hebben misschien geen begrip voor een echte wetenschapper als jij en zullen je spannende onderzoek verstoren met typische uitspraken voor een wetenschapsanalfabeet als: “Niet doen, dat is gevaarlijk.” of “Wat de fuck doe je, Michael? Michael! MICHAEL! O mijn god, Michael, wat heb je gedaan?”.
Zijn ze weg? Steek dan het takje in het stopcontact. Als het goed is, gebeurt er niets. Niets zichtbaars in ieder geval. De elektronen (daar is elektriciteit van gemaakt) kunnen niet door het hout heenkomen. We zeggen dan: “het geleidt geen stroom”. Probeer nu het roerstaafje. Geleidt het? Nee, dat klopt, want het is plastic. Probeer als laatste de schroevendraaier. Gebeurt er nog niets? Heb je het plastic handvat soms vast? Dat geleidt niet, weet je nog? Probeer eens met je andere hand de metalen voorkant aan te raken.
Wat gebeurt er? Beschrijf hieronder wat je voelt:
——————————————————
——————————————————
——————————————————
Vanaf 3 begint hij op de klok te kijken.
1 over 3
2 over 3
3 over 3
Hij vindt het prettig iets te hebben waarvan hij kan zeggen: dat is nou mijn neurose.
4 over 3
5 over 3
Zijn lippen zeggen het mee.
6 over 3
7 over 3
Hij herinnert me eraan dat ik vooral niet naar buiten mag kijken.
‘Dan is de lol eraf, vind je niet?’
8 over 3
9 over 3
10 over 3 staat hij op.
‘Voorruit met de geit.’ (hij zegt het expres verkeerd)
En bouwt een vogelhuisje.
Hij: ‘Pimpelpestkopparadijs.’
Ik: ‘Voor pimpelmezen?’
Hij: ‘Hoe kom je daar nou bij?’
En dat er geen clou hoeft ze zijn. Alleen ik en hij. En een zwerm vogels.