In het land van woorden kan je een stukje vis kopen. Je hoeft niet het hele woord mee te nemen. Je laat bijvoorbeeld de V liggen en neemt de IS mee terug naar huis. Zo kan je zomaar een hele zin bij elkaar kopen.
Traditioneel serveren geliefden elkaar dan ook soep getrokken van (s)ik, hou(t), van(gnet) en een (s)jou(wer). Die sjouwer is nogal wreed, maar als je geliefde de rest van de zin zelf zou moeten aanvullen, zou je hele verkeerde interpretaties kunnen krijgen.
Ik hou van soep.
Ik hou van ik weet eigenlijk niet zo goed wat.
Ik hou van niets.
Ik hou van misschien wel iets.
Ik hou van hé waar ga je heen?
En dat wil natuurlijk niemand.