Ze zeiden – nee, mijn vader zei – dat de vrouw die elke morgen op het elektriciteitskastje in onze straat zat te roken vroeger een piraat was geweest. Een moderne piraat met een speedboot die de Middellandse Zee over had gecrosst om de jachten van de superrijken te overvallen. Ze nam dan hun boten in en gooide hen in zee.
‘En dan bleven ze natuurlijk een tijdje drijven,’ vertelde mijn vader dan, ‘want ze waren zo vet. Maar als ze dan hun met kaviaar en Normandische boter gevulde fazant moesten missen, vielen ze snel genoeg af. Waarna ze zonken en verdronken. Als ze dan uiteindelijk aanspoelden op de kust, herkende niemand ze nog als die dikke rijkaards.’
Mijn vader had een verhaal over iedereen in het dorp. Een wandeling met hem werd al snel een gevaarlijke tocht langs ex-piraten, huurmoordenaars en dubbelspionnen die naar je loerden vanachter elk raam, kleren recht hingen in de Hema en rond reden in onopvallende Peugeots.
‘Maar het ziet er allemaal zo gewoon uit,’ zei ik een keer. Mijn vader stond abrupt stil, viel op zijn knieën en greep me bij mijn schouders.
‘Zo sussen ze je in slaap,’ siste hij. ‘Zie je die mevrouw?’ Hij wees naar een oude vrouw die de petunia’s op haar balkon water aan het geven was met een gieter in de vorm van een flamingo. ‘Heeft miljarden achterovergedrukt toen ze werkte als financieel manager bij het WNF.’ Hij stond weer op en klopte het zand van zijn broek. ‘Dat de tijger bijna is uitgestorven is haar schuld. En hij.’ Hij priemde met zijn vinger naar een jongetje (nauwelijks ouder dan ik) dat aan een kauwgomballenautomaat rammelde. ‘Hij heeft zijn tweelingbroertje in de baarmoeder gewurgd, omdat die een scheet had gelaten.’ Het jongetje keek onze kant uit en ik keek snel naar beneden. Mijn vader greep mijn hand vast, ‘Kom,’ en trok me akelig dicht langs de wurger. ‘De kapper wacht. Als hij je niet scalpeert voor zijn verzameling, dan gaan we daarna een ijsje eten, goed?’ Ik knikte, maar eigenlijk was ik bang voor de man van de ijssalon. Sinds mijn vader me had verteld van het gif dat hij elke dag door een andere smaak roerde, smaakten de ijsjes niet meer zo.